‘Weten jullie zeker dat jullie dit nog steeds willen?’ Hij heeft z’n jas nog niet uit, maar komt meteen to the point. Ik weet het zeker. Nee, niet, ik weet het niet zeker. Ik weet het niet zeker, maar ik knik van wel.
Hij gaat zitten en legt het contract op tafel. In mijn hoofd buitelen herinneringen, gedachten, plannen en paniek over elkaar heen; vrolijkheid, teleurstelling, opluchting, verdriet, spanning en enthousiasme vechten om een plekje vooraan. Ik kijk naast me, naar mijn vriend. Die lijkt nergens last van te hebben en knikt ook, maar dan vastberaden.
‘Ja.’ Hoor ik hem zeggen. Oh god, hij heeft ja gezegd. Weten we dit wel zeker? Moeten we hier niet nog wat langer over nadenken? Ik krijg het warm en voel hoe m’n wangen gaan gloeien.
‘En jij, Lin?’ Mijn vriend stoot me aan. ‘Of wil je nog overleggen?’
Ik kijk in de donkere ogen van de makelaar tegenover me en zeg: ‘Nee hoor, ik vertrouw hem op z’n blauwe ogen.’ Dat breekt het ijs en ik ontspan.
‘Teken maar,’ zeg ik. Mijn vriend pakt een pen en daar gaat-ie, de handtekening die ons leven wederom compleet zal veranderen. Na dertien jaar verkopen we ons restaurant. We geven de makelaar mandaat om wat eens voelde als ons kindje op internet te zetten en van de hand te doen. Zo hard als het klinkt, zo hard voelt het; al weet ik dat dit onze eigen keuze is en ook de beste die we op dit moment kunnen maken.
‘Wel een goeie om m’n blogreeks mee af te sluiten,’ probeer ik het luchtig te houden. Vooral voor mezelf, want ik zie bij mijn vriend hoe met het zetten van zijn krabbel een last van zijn schouders valt. We moeten rekenen op een half jaar tot jaar, volgens de makelaar. Voorlopig verandert er dus niks, maar ik merk nu al een wereld van verschil. Dit is de juiste beslissing.